Wagner's Tristan und Isolde - De Opera die de Wereld Veranderde
Tijdens een 12-jarige pauze van het schrijven van een van de grootste operacycli in de geschiedenis besloot Richard Wagner een klein werkje tussendoor te schrijven; het “werkje” werd Tristan und Isolde, een driedelige opera met minimale cast en een (niet heel veel) kleiner orkest dan hij gewend was om te gebruiken voor het majestueuze Der Ring des Nibelungen. Hoewel De Ring zeker zijn meest ambitieuze werk is gebleven, is onder componisten Tristan und Isolde het meest legendarische werk uit de negentiende eeuw geworden. Zonder het te weten veranderde Wagner de spelregels van het componeren voorgoed.
Onmogelijke liefde
Wagner woonde in de jaren ’50 van de negentiende eeuw in een buitenverblijf van muziekliefhebber Otto Wesendonck en zijn vrouw Mathilde om in alle rust te kunnen componeren. Mathilde Wezendonck en Wagner konden het bijzonder goed met elkaar vinden en Wagner zette enkele gedichten van haar op muziek. Hun relatie begon alleen steeds amoureuzer te worden. Tot het punt dat Wagner deze onmogelijke liefde moest opgeven om beide huwelijken te redden. In deze situatie begon de componist met het schrijven van een libretto op basis van Gottfried von Strassburg’s boek Tristram and Iseult over een onmogelijke liefde tussen een Cornische ridder en een Ierse prinses.
Een oude mythe
Wagner besloot voor zijn libretto het verhaal van Tristan en Isolde te ontdoen van de vele narratieve aanhangsels die het in de voorgaande eeuwen rijk was geworden. Dit werd de voorgaande halve eeuw al vaker gedaan, sinds de gebroeders Grimm een archief van Duitse mythen en sagen hadden aangelegd. Het enorme verhaal met al haar complicaties werd teruggebracht tot een intiem verhaal wat zich afspeelt tussen 6 personages: Tristan en Isolde, hun trouwste vrienden en koning Marke. In sommige versies wordt Marke ook wel als koning Arthur beschreven, maar Wagner koos ervoor om dit achterwege te laten. Hierdoor kon Wagner het verhaal terug te brengen tot de 3 belangrijkste scènes van het verhaal. Zo kon hij ze psychologisch veel meer uitdiepen dan gebruikelijk was in de opera. Een bijkomend voordeel hiervan was ook dat het decor slechts drie plaatsen hoefde te bevatten. Dat hielp om de grootte van de productie flink te drukken.
Maar is Tristan und Isolde daarom zo legendarisch is geworden? Dan zou je net zo goed kunnen claimen dat de sterrenstatus van Coldplay volledig te verhalen is op het feit dat ze net als de Beatles hun eigen nummers schrijven. Het zal er zeker aan bijgedragen hebben, maar na 40 jaar zal de impact die dat heeft gehad op de publieke opinie te verwaarlozen zijn geweest. Nee, de relevantie van deze opera ligt volledig in de muziek.
Beter goed gejat..
In de opera-stijl die Wagner zich eigen had gemaakt stond altijd het leidmotief centraal: een melodie-fragment dat verwijst naar een belangrijk object, emotie of persoon in het verhaal. Deze manier van componeren kan worden herleid tot het idee-fixe dat Hector Berlioz gebruikte in zijn Symphonie Fantastique, waar een alsmaar terugkerende melodie symbool staat voor de obsessie van de componist met zijn geliefde.
Hier stopt de parallel tussen Berlioz en Wagner echter niet volgens Leonard Bernstein. In de tweede acte van het symfonische drama Roméo et Juliette van Berlioz klinken twee onbegeleide melodische lijnen terwijl Romeo alleen in een kamer zit en weemoedig aan Juliette denkt. De openingen van deze twee zinnen, een kwartsprong met een dalende chromatische lijn en later een sextsprong met een stijgende chromatische lijn, zijn volgens Bernstein direct terug te brengen op de eerste tonen van deze opera.
“Sorrow and Desire”
En dáár is de reden te vinden dat deze opera zo revolutionair is geweest. De eerste tonen van deze opera bestaan uit de twee leidmotieven waarmee de opera volledig doordrenkt is: het Tristanmotief (volgens John Culshaw “Sorrow”) bestaande uit de sextsprong en de dalende chromatische lijn, en het Isoldemotief (volgens Culshaw “Desire”) bestaande uit de stijgende chromatische lijn. Als deze gelijkenis bewust was, is de reden daarvoor makkelijk te achterhalen. Door vanaf de eerste seconden van de opera de parallel tussen Tristan und Isolde en Roméo et Julliette te trekken is de centrale thematiek direct duidelijk: het is een verhaal over een onmogelijke liefde tussen twee zielen die alleen in de dood verenigd kunnen zijn.
Spanning… En oplossing
Het onvervulde verlangen naar elkaar wordt muzikaal uitgedrukt op een manier die hiervoor ondenkbaar was. Wagner laat het Isoldemotief invallen op de laatste noot van het Tristanmotief, wat resulteert in een niet-bestaande samenklank die tot op de dag van vandaag nog altijd geen andere naam draagt dan “het Tristanakkoord” (een meer correcte benaming zou zijn: mineur-b7 in secundeligging). Deze onmogelijke dissonant wordt door Wagner deels opgelost, maar de melodie eindigt op een dominantakkoord dat niet wordt opgelost, als teken van onvervuld verlangen. Het is deze harmonische wending die de deur openzette voor de absolute tonale ambiguïteit die de atonaliteit tot gevolg had – waar Wagner overigens fel op tegen was. Want als deze dissonant niet opgelost hoeft te worden, waarom zouden de andere dat dan wel moeten?
Nu het einde van een melodie niet meer consonant hoeft te zijn is het in deze opera één van de meest betekenisvolle momenten wanneer dat wél gebeurt. In acte twee is de affaire tussen Tristan en Isolde bekend geworden en wordt Tristan dodelijk getroffen door zijn beste vriend Melot. Zijn vriend Kurwenal neemt hem mee naar zijn thuisland Kareol, waar hij langzaam stervende is aan zijn verwondingen. Hier opent de derde acte met korte, stekende muzikale fragmenten die de stokkende adem van een stervende man imiteren. Hier is in de bovenliggende melodie duidelijk te horen hoe het Isoldemotief voor de eerste keer harmonisch oplost: Tristan heeft in de dood de vervulling van zijn verlangen gevonden. Als Isolde hem later dood aantreft sterft zij al zingend aan een gebroken hart, een moment dat bekend is geworden als de “Liebestot”.
Onbedoelde consequenties
Maar niet alleen Tristan en Isolde sterven in deze opera. Ook het tijdperk van de tonale muziek is in deze opera op het sterfbed komen te liggen. 20 jaar later zou Franz Liszt, de schoonvader van Wagner, met Via Crucis zijn eerste experimenten met atonale muziek uitvoeren. Nog later ontstaat het eerste atonale toonsysteem van Schönberg en horen we in de laatste symfonie van Mahler een laatste smeekbede om de terugkeer van de tonaliteit, maar de tonale muziek was al niet meer te redden. Tristan und Isolde is de nekslag geweest voor de muziek die Wagner zo liefhad. Het resulteerde echter in de meest gracieuze dood die het genre had kunnen krijgen. En wat ervoor terugkwam was beter dan Wagner ooit had kunnen bedenken.